Elimelech was met zijn vrouw Naomi en hun beide zonen Machlon en Chiljon vanuit hun woonplaats Bethlehem naar Moab vertrokken omdat er hongersnood was in het land van Israël. De mannen stierven, en Naomi bleef alleen achter met haar schoondochters, Orpa en Ruth. Op een dag keert ze terug naar Israël.

Toen maakte zij zich met haar schoondochters gereed en keerde terug uit de vlakten van Moab, want zij had in het land Moab gehoord dat de HEERE naar Zijn volk omgezien had door hun brood te geven.1

Je kent de geschiedenis vast wel. Onderweg dringt Naomi erop aan dat haar schoondochters terug keren. Er is immers voor hen geen toekomst bij Naomi, althans, dat zegt Naomi. Het lijkt erop alsof Naomi nogal met zichzelf in de knoop zit en af en toe flink zelfmedelijden heeft.

Nogmaals, dat lijkt zo. En zo kun je nog veel meer vragen bij deze geschiedenis stellen. Waarom zijn ze weggegaan uit Bethlehem? Heeft de vroegtijdige dood van de mannen daarmee te maken? Hebben zij zich onttrokken aan de beproeving van God en hun verantwoordelijkheid ten tijde van de hongersnood? En hoe zat dat ook alweer met Moab en het tiende geslacht? (Deuteronomium 23)

Allemaal legitieme vragen, maar ze leiden ook af als je niet uitkijkt. Er is namelijk iets bijzonders gebeurd. Orpa keerde terug. Maar Ruth zwoer bij Naomi te blijven.

Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Waar u sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEERE mag zó en nog veel erger doen: voorzeker, alleen de dood zal scheiding maken tussen mij en u. 2

Ze zegt daar nogal wat. Zij zwoer trouw aan Naomi, het volk en aan God. Met haar leven. Alleen de dood en God konden dat verbond teniet doen, dat is wat haar woorden betekenen. Ze zwoer ook alles af buiten dat leven met God en Zijn volk, dus ook de afgoden en de wereld. Wat een heldendaad! En wat een liefde voor God en Zijn volk. En God gaf haar de kracht en de wijsheid om deze woorden waar te maken. Delen wij in die kracht en liefde voor God en Zijn volk?

Veel mensen noemen zich radicaal, maar zijn gewoonweg geradicaliseerd. Ruth was niet zo. Ze was ‘gewoon’ trouw. That’s it. Ze had niks te bewijzen. Ze hield ‘gewoon’ van God en Zijn volk. Je weet wel, ‘gewoon’ God liefhebben met heel je hart, verstand en kracht. En je naaste als jezelf. Tot de dood ons scheidt nog dichter bij elkaar brengt ;)

Samen met Naomi ging zij verder, op weg naar Bethlehem.

Weet je wat Bethlehem betekent? Huis van brood, of broodhuis. En met wat wij nu weten, vele eeuwen na de geschiedenis van Naomi en Ruth weten we dat de zegen van God niet in Moab was, maar in Bethlehem. Elimelech ging weg met zijn gezin. God bracht Naomi en Ruth terug. En met Ruth grote zegen.

Toch geen ideale omstandigheden zou je zeggen. Weduwe. Kinderloos. Een verbitterde schoonmoeder (ja, inderdaad, die bestaan vandaag de dag nog steeds). Een Moabitische onder de Israëlieten.

God echter, had haar geroepen. En zij was gehoorzaam en trouw. God baande een wonderlijke weg. Zij trouwde met Boaz, haar losser. En kwam zo in de geslachtslijn van Jezus. Zij was de overgrootmoeder van David. En daarmee, naar de mens gesproken, een van de voorouders van Jezus!

Vele jaren later zou in Bethlehem, broodhuis, het Brood des Levens geboren worden! God Zelf is Mens geworden en tot voedsel geworden voor Zijn volk. Zoals Naomi hoorde dat de Heere had omgezien naar Zijn volk en brood had gegeven, hebben wij ook gehoord dat God naar ons heeft omgezien.

Hij heeft ons het Brood des Levens uit Bethlehem gegeven. In de vorige 2 blogs hebben we gekeken naar de negatieve rol die Moab heeft gespeeld in de heilsgeschiedenis. Hier, met Ruth, zien we hoe God enorme zegen brengt door een Moabitische.

Dat kan alleen onze soevereine, almachtige God bedenken en doen.

En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.3

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. Ik ben het Brood des levens. Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en niet sterft.Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld.4

Dat wij dezelfde liefde voor God en Zijn volk met Ruth mogen delen. Wees gezegend met het Brood uit Bethlehem. God heeft naar ons omgezien. En hoe!

1 Ruth 1:6
2 Ruth 1:16-17
3 Johannes 6:35
4 Johannes 6:47-51

Alle bijbelteksten zijn ontleend aan de bijbel in de Herziene Statenvertaling

Heb je een verzoek of wens voor een bepaald onderwerp, voor een van de volgende blogs? Laat het weten via ons contactformulier.